RK Boulevard meldde op 24 juni dat pastoor Joost van der Mee in 2020 als pastoor ontslag vroeg bij het bisdom Rotterdam omdat hij binnen parochies in Schoonhoven en Haastrecht zeer omstreden was vanwege nauwe banden met de uitermate behoudende ‘Neocatechumenale Weg’, één van de zogeheten ‘nieuwe bewegingen’ binnen de wereldwijde Rooms-Katholieke Kerk (foto: de Sint-Bartholomeuskerk in Schoonhoven). Hij houdt zich nu in het bisdom Groningen-Leeuwarden bezig met promotie van het ‘neocatechumenaat’, zoals de organisatie ook wel wordt genoemd. Naar aanleiding van het bericht werd RK Boulevard benaderd door ingewijden uit de genoemde parochies. Volgens hen is er veel meer aan de hand. Ze wijzen erop dat het vertrek van pastoor Van der Mee naar het hoge noorden eigenlijk een soort gedwongen ballingschap is. Het lukte niet een andere plek voor hem in het bisdom Rotterdam te vinden, ondanks het grote priestertekort, vanwege zijn orthodoxe opvattingen in de lijn van het neocatechumenaat. Zelfs een door de pastoor gewenste benoeming in het bisdom Haarlem-Amsterdam, waar de beweging ook actief is, behoorde niet tot de mogelijkheden, zo weten de insiders te vertellen. Wat echter nog meer vragen oproept is het in hun ogen “verontrustend handelen” van de pastoor met betrekking tot gelden van de parochie en de Parochiële Caritas Instelling (PCI). In november 2017 hebben enkele parochiële bestuursleden de Rotterdamse bisschop Hans van den Hende daarvan in een persoonlijk onderhoud op de hoogte gebracht. Hierop heeft het bisdom in 2018 een financieel onderzoek ingesteld. Naar aanleiding van de uitkomst hiervan werden de parochies feitelijk onder curatele gesteld door de benoeming in oktober 2019 van een bisschoppelijk commissaris. Ondanks dat er alarmerende feiten naar boven kwamen, zag het bisdom echter geen aanleiding om de pastoor weg te halen uit de parochies. Dit tot grote teleurstelling van de kritische betrokkenen die RK Boulevard een hele waslijst bezwaren tegen het optreden van de pastoor voorleggen. Ze laken “zijn haast ziekelijke belangstelling voor ‘het maken van geld’.” Ook zou hij eens boos zijn uitgevallen tegen een vrijwilliger: “Het is míjn kerk, en ik ben hier de baas”, om er aan toe te voegen: “en als ik het met deze bestuursleden niet eens kan worden, dan wacht ik gewoon op de volgende bestuursleden”. De pastoor wordt onder meer “veel ‘geregel’ achter de rug van het kerkbestuur en PCI-bestuur om” verweten, waardoor deze voor voldongen feiten werden geplaatst. Zo forceerde hij op die manier de benoeming van een lid van het neocatechumenaat in het kerkbestuur. Ook is bekend dat enkele bestuursleden al in 2016 het gesprek met Van der Mee zijn aangegaan naar aanleiding van zorgwekkende signalen van de penningmeester. Hoewel de pastoor beterschap beloofde, ging hij gewoon op de oude voet door. Een en ander heeft geleid tot maar liefst zes brieven aan de bisschop van Rotterdam en twee aan de apostolisch nuntius voordat het vertrek van Van der Mee uiteindelijk op 15 juli 2021 een feit was. Overigens zijn de brieven nooit door zowel mgr. Van den Hende als door de nuntius beantwoord. Voor sommige leden van het toenmalige kerkbestuur waren, volgens bronnen, de afgelopen jaren “een ware uitputtingsslag”.
Welke gevolgen heeft deze affaire uiteindelijk voor de parochies? Uiteindelijk een tweespalt. In een speciale editie van het parochieblad waarin het vertrek van Van der Mee (foto rechts) werd aangekondigd, klonk alleen maar de loftrompet. Opmerkelijk is wel dat bisschop Van den Hende zich in een schrijven aan de parochianen op de vlakte houdt. Voor degenen die niet achter de schermen hebben kunnen kijken, is het misschien moeilijk om te geloven dat de directe aanleiding van vertrek van Van der Mee een andere is dan enkel en alleen de “nieuwe missionaire opdracht” waarmee hij zijn nieuwe werkterrein omschrijft in genoemd parochieblad. Aanhangers van Van der Mee in de parochie blijken zich tegen de ‘klokkenluiders’ te hebben gekeerd. Er is een klimaat ontstaan waarin de per 18 september nieuw benoemde pastoor Dick van Klaveren van de parochies van St. Barnabas te Haastrecht en de H. Bartholomeus te Schoonhoven, zoals de geloofsgemeenschappen officieel heten, het niet gemakkelijk krijgt. Van Klaveren behoudt zijn functie als pastoor van de parochie Sint Jan de Doper van Gouda en omstreken met zes locaties en heeft er dus twee parochies bij gekregen. Naast deze taakverzwaring en verstoorde verhoudingen tussen parochianen onderling, wordt hij geconfronteerd met de aanwezigheid van het neocatechumenaat. De leden ervan houden hun eigen eucharistievieringen en mengen zij zich niet in het ‘normale’ parochieleven. Het vertrek van Van der Mee naar Groningen zal voor de leden van de neocatechumenale gemeenschap in de parochie beslist een aderlating zijn, zo verzekeren de critici. Hun bijeenkomsten werden onder het bewind van Van der Mee niet alleen gefaciliteerd, maar ook gefinancierd met middelen van de parochies. Wordt vervolgd!
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.