Het lijkt allemaal zo onschuldig: vrolijke nonnetjes in het blauw, die zich met hart en ziel inzetten voor de jeugd. Maar in werkelijkheid zijn het fanatieke pionnen van een sektarische beweging die op geraffineerde manieren jongeren in hun fuiken proberen te lokken. De ‘Dienaressen van de Heer en de Maagd van Matará’, beter bekend als de ‘blauwe zusters’, rukken wereldwijd op. Naar schatting 1000 leden zijn in 35 landen landen werkzaam (foto: deelnemers aan het generaal kapittel in 2016 van de blauwe zusters poseren in de Sint Pieter in Rome met de voormalig Vaticaanse prelaat kardinaal Angelo Sodano).
In 1984 stichtte de priester Carlos Miguel Buela in Argentinië het ‘Instituut van het Mensgeworden Woord’, een religieuze missiecongregatie voor mannen, vier jaar later gevolgd door het ‘Instituut Dienaressen van de Heer en de Maagd van Matará’. Beide congregaties hebben een actieve en een contemplatieve tak. Daarnaast is er een lekentak, de ‘Derde Orde’, bestaande uit mannen en vrouwen die een verbintenis aangaan met de instituten. Buela moest op bevel van het Vaticaan in 2010 terugtreden als leider van zijn beweging, nadat hij schuldig werd bevonden aan onder meer ‘financiële onregelmatigheden’ en ‘ongepast gedrag’ tegenover mannelijke volgelingen. Hij mocht geen contact meer met hen hebben. Drie jaar later werd hij uit het priesterambt gezet en naar een klooster in Spanje verbannen. De Argentijn Gustavo Nieto volgde hem in 2016 op en alle provinciale oversten werden vervangen. Vanaf 2004 zijn de eerste blauwe zusters in Nederland actief. Momenteel is de congregatie op vijf locaties te vinden met in totaal 24 zusters: Heiloo (Heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood, 3), Den Haag (klooster en kerk van de Heilige Antonius van Padua, 5), Brunssum (klooster, tevens provincialaat, 5), Valkenburg (priorij ‘Regina Pacis’, 9), Moorveld/Waalsen (oude pastorie, 2). De zusters in Valkenburg behoren tot de contemplatieve tak van de congregatie en leven afgezonderd van de buitenwereld. In Heiloo dragen ze zorg voor het heiligdom en zijn ze betrokken bij de ontvangst van groepen, het verzorgen van catecheses, retraites en familiedagen. In Den Haag, Brunssum en Moorveld/Waalsen worden de zusters op verschillende manieren ingezet voor ondersteuning van parochiewerk.
Voor zover bekend hebben zich in de loop der jaren om en nabij twintig Nederlandse vrouwen bij de blauwe zusters aangesloten. Hoeveel Nederlandse vrouwen momenteel ‘warmdraaien’ als ‘postulant’ om in te treden is niet bekend. Als één van de eersten trad in 1994 Arian van Eijk (Terneuzen, 1970) toe tot de congregatie (foto). Zij nam de kloosternaam Maria de Anima Christi aan en werd vier jaar later gekozen tot generaal overste. Tot 2016 zou zij deze functie vervullen. Dat jaar werd ze opgevolgd door de Argentijnse María Corredentora Rodríguez en vertrok ze naar Rusland om daar leiding te geven aan de congregatie als provinciaal overste. Volgens bronnen mocht zij zich op het generaal kapittel van 2016 niet herkiesbaar stellen omdat ze een vertrouwelinge was van de inmiddels afgezette omstreden congregatiestichter Carlos Miguel Buela.
Wat verklaart het ‘succes’ van deze jonge missiecongregatie die ‘evangelisatie van de cultuur’ tot doel heeft? Een cruciale rol daarin speelt de bijzondere presentatie van de geloofsleer van de Rooms-Katholieke Kerk. Deze wordt op een radicale ultra-orthodoxe manier aangeprezen, die vooral in de smaak valt bij labiele jongeren, op zoek naar houvast. Die doelgerichte benadering werpt, zoals dat in het congregationele jargon heet, ‘vruchten van de missie’, af. Anders gezegd: ‘roepingen’. In parochies is er voor de jongsten (kinderen van groep 3 tot en met 8) het ‘Oratorium’: een spelmiddag met verhaaltjes over het geloof, workshops (bakken, gipsen, timmeren, schilderen), een mis en samen eten. Een ‘tienerclub’ (vanaf groep 7 tot en met tweede klas voortgezet onderwijs) biedt spelletjes, een kort praatje, snacks en snoep. Er zijn jongerenweekenden met naast sport, spel en vermaak een mis, aanbidding, biecht, en rozenkransgebed. De zusters organiseren retraites voor een selecte groep, die ‘boven komt drijven’ wanneer ‘interesse’ wordt getoond door deelname aan de activiteiten. Ze doen verder mee met pro life-manifestaties en protesten bij abortusklinieken. Ook verzorgen ze lezingen.
De blauwe zusters worden van verschillende kanten actief ondersteund. Dat gebeurt door bisdommen, die toestemming verlenen om actief te worden in parochies. Verder is er ‘Pure Womanhood’, mede opgezet door de aartsconservatief-katholieke Chiara van Voorst tot Voorst, dochter van Joris van Voorst tot Voorst, oud-directeur van Kerk in Nood Nederland. Zij nam namens de Nederlandse bisschoppenconferentie deel aan een jongerensymposium in Rome, dat plaatsvond in juni 2019. Later dat jaar werd ze benoemd in een Vaticaans adviesorgaan voor jongeren. Met Pure Womanhood houdt ze katholieke meisjes een extreem kuisheidsideaal voor. Bij retraites van Pure Womanhood is altijd wel een blauwe zuster aanwezig. Haar strenggelovige priesterbroer, Johannes van Voorst tot Voorst, werkt nauw met Chiara samen op het vlak van geloofsverkondiging, onder meer in het Sint Paulus Instituut. Hij komt steevast opdraven bij plechtigheden van de blauwe zusters. Op de foto hierboven is Johannes van Voorst tot Voorst te zien, samen met de Belgische Dietlinde De Smedt, oud-medewerkster van Pure Womanhood, op 9 november 2019 na het afleggen van haar eerste geloften. Aanwezig hierbij in België waren de leden van ‘KISI’, een Nederlands katholiek jeugdkoor dat musicals brengt. Dietlinde maakte er deel van uit voordat ze intrad. Chiara van Voorst tot Voorst werkt voor KISI. Afgelopen januari trad KISI-lid Danielle Raue uit Maarn in bij de blauwe zusters. Ze bericht erover op de site van Pure Womanhood. Via de parochie of door contacten met initiatieven als Pure Womanhood of KISI raken meisjes in de ban van de zusters, zo melden ingewijden aan RK Boulevard. Eenmaal onder de blauwe vleugels worden ze geïsoleerd van hun ‘oude’ vrienden en besteden ze al hun vrije tijd aan activiteiten voor en door de congregatie. Meisjes breken vaak hun studie of opleiding af en treden veel te jong in. Zijn ze eenmaal ‘over de drempel’ is het niet toegestaan vriendschappen aan te gaan met ‘leken’. Communicatie wordt afgeluisterd/meegelezen en iedereen weet waar iedereen zich bevindt. Het is de bedoeling volledig los te komen van alles wat ‘afleidt van God’. Dit zijn typische kenmerken van een sekte.
RK Boulevard heeft uit betrouwbare bron vernomen dat ex-leden van de blauwe zusters en het ‘Instituut van Het Mensgeworden Woord’ ouders waarschuwen om kinderen uit de buurt van de zusters te houden. Op het eerste gezicht lijkt er niets mis mee om ze met speelse activiteiten ‘dichter bij God’ te brengen. Maar gaandeweg vallen ze ten prooi aan geraffineerde verleidingstactieken met als ultiem doel in te treden en zich totaal over te geven aan de strenge discipline van de congregatie. Nederlandse bisschoppen, vooral de hulpbisschoppen Jan Hendriks (Haarlem-Amsterdam), Rob Mutsaerts (‘s-Hertogenbosch) en Everard de Jong (Roermond), beschouwen het enthousiasme van deze missiezusters als een waar Godsgeschenk om het geloofsvuur onder de lauwe katholieken aan te wakkeren teneinde kerkverlating tegen te gaan. Het werkt echter averechts en versterkt het toch al niet al te beste wereldvreemde imago van de huidige katholieke kerk, waardoor nog meer gelovigen afhaken. Wat met hulp van de zusters wordt gecultiveerd is een kleine geradicaliseerde ‘heilige rest’, de ‘harde kern’ van aartsconservatief katholiek Nederland die zich recentelijk steeds militanter manifesteert. Weldenkende gelovigen zijn gewaarschuwd!